Pedagogiek

Wortelen in vriendschap

Wortelen in vriendschap

Kinderen leren in onbegrensd vertrouwen en vriendschap. Die verbondenheid geldt mensen, dieren en dingen. In het onderwijs is het sociale proces van de leerling van grote betekenis. Vriendschapsthema’s zijn elke dag belangrijk. Liefdeslijnen worden aangeraakt. In deze periode worden vriendschapsbanden voor het leven gesmeed. Wat is de invloed van deze emotie op leren en ontwikkeling? Welke relatie heeft het met het opnemen van kennis? Wortelen in vriendschap.

De relatie ik, jij en wij wordt hiermee aangeraakt. Een werkgemeenschap, een schoolgemeenschap, een leefgemeenschap.  De samenhang die we organiseren en beschermen om leerlingen op te voeden.

Door sociale cohesie en samenhang te verwoorden als vriendschap geven we menselijke maat aan het thema. En met de menselijke maat komt de beleving en het levende in het onderwijs centraal te staan.

Een belangrijke bijdrage wordt hiermee geleverd aan de voorwaarde voor elke maatschappelijke ontwikkeling. Inzicht op het ervaren van vriendschap. Vriendschap beleven in relatie tot je collega’s, je klasgenoten, met ouders en in relatie brengen met de ontwikkeling- en lesstof.

Het succes van de leerlingen wortelt in vriendschap.

 

Notie 7: Vriendschap (1)

In de afgelopen periode heb ik aandacht besteed aan voorwaarden voor een goed gesprek. Wat is daar voor nodig? Wat moet je thuislaten en wat neem je mee? In deze bijdrage wil ik graag aandacht besteden aan een onderwerp dat het goede gesprek direct raakt, namelijk vriendschap.

Vertrouwen, vorming, onderwijs
Vertrouwen is de basis voor iedere vriendschap. Het is daarmee eerder een ervaring, dan een afspraak. De gevoeligheid dat je als vriend of vriendin mag vertrouwen op onbewuste patronen. In mijn beleving kun je in een goed gesprek vriendschap ervaren. Je daadwerkelijk in vrijheid kunnen uiten. Geen gedachten hebben over wat er gebeurt met je woorden want ‘het zit hoe dan ook altijd goed’.

Grenzeloos en voor altijd
In vriendschappen van kinderen zie je dat onbegrensde vertrouwen terug. Ze kunnen hun fantasie laten gaan en vertrouwen elkaar daar volledig in. Het is grenzeloos en het is voor altijd. De vriendschappen in de deze periode van het leven, kenmerken zich door een verlangen naar het herbeleven. Dat raken kinderen overigens weer kwijt op het moment dat het eigen ego zich gaat ontwikkelen. Maar er zijn jaren dat het vanzelfsprekend is. Daar valt veel van te leren. Welke houding, welke ruimte heb je als mens nodig om je in vertrouwen tot elkaar te verhouden? Vriendschap te ervaren?

Die waarde en werking van vriendschap en vertrouwen vind je ook terug binnen het onderwijs. Aan goed onderwijs gaat immers goede vorming vooraf. En aan goede vorming gaat weer vertrouwen vooraf.

Lees meer over vriendschap

Notie 8: Vriendschap (2) Onderwijs

Vriendschap (2) OnderwijsVriendschap is een interessant thema. Zo heb ik op basis van mijn ervaringen met de (eerder beschreven) ‘goede gesprekken’ en het vertrouwen dat daarbij onderling aanwezig was, een relatie gelegd tussen vriendschap en antroposofische pedagogiek. Een relatie die in mijn beleving niet alleen van belang kan zijn voor de verdere ontwikkeling van die pedagogiek, maar wellicht ook van de meerwaarde voor het Nederlands onderwijs als geheel.

Lees verder

Notie 9: Vriendschap (3) Ruimte voor ontwikkeling

Kinderen komen in een bepaalde fase tot het besef dat ze samen met anderen optrekken. Ze ontdekken de verschillen, maar ook dat ze niet alleen zijn. Het is het vormen van het ego en het ervaren van het ik. Dat is in het onderwijs, denk ik, heel erg onderbelicht. Vrijeschoolonderwijs heeft dat inzicht impliciet wel. Maar ook daar kan het beter.

Ruimte voor ontwikkeling
Van belang is de ruimte tussen kinderen. De ruimte tussen het kind en zijn omgeving. Noem het de ervaringsruimte. Die ruimte is de basis waarop ontwikkeling en educatie kan worden aangedragen. Het is de ruimte waarin het kind wordt uitgenodigd en uitgedaagd om te leren, nieuwsgierig te zijn.

Lees verder

Notie 10: Vriendschap (4) Onderwijs en harmonie

Door in het onderwijs vriendschap als uitgangspunt te nemen, neemt het onderwijs ook op een basaal niveau de houding van kinderen als uitgangspunt. Dat heeft een enorm effect op iedere ontwikkeling, sociaal en cognitief. Om misverstanden te voorkomen: het gaat niet om het harmonische kind of om een kind harmonisch moet zijn. Het gaat erom dat de omgeving past. Ook als het kind disharmonisch is. Als de omgeving daar onevenredig veel nadruk op legt wordt het kind een probleem en wordt uitsluitend de disharmonie bevestigd. Het zal al zijn energie moeten gebruiken om te bevechten dat ie er mag zijn. De cognitieve ontwikkeling krijgt geen ruimte. Het zal zich moeten richten zijn sociaal-emotionele, en in het uiterste geval, uitsluitend op zijn emotionele ontwikkeling. Dan is zelfs het sociale niet mogelijk. Is het van grote betekenis dat je goed definieert: wat heeft het kind nodig? Vriendschap, vertrouwen, ook als het niet zo harmonisch is als dat je denkt dat het zou moeten zijn.

Notie 11: Vriendschap (5) Nieuwsgierigheid

Ook in het onderwijs gaat er niets vanzelf. De suggestie van onderwijs die uitgaat van het kind dat zijn eigen normen en eigen criteria ontwerpt, werp ik van mij af. Waarom? Omdat ik denk dat het misschien een interessante theorie is, maar in de praktijk leidt het er toe dat het kind zichzelf verwart. Er zijn maar een paar kinderen die dat echt kunnen. Het zijn de uitzonderingen. Wil een kind tot ontwikkeling komen dan moet daar aan gewerkt worden.

Lees verder

Notie 12: Vriendschap (6) Geen oordeel is een voorwaarde

Daar waar misschien drang en dwang, toets en test, vandaag de dag de norm zijn zou je goede schoolprestaties ook op een meer ontspannen en mensvriendelijke manier kunnen bereiken. Door een modus te vinden waarin vriendschap en vertrouwen de nieuwsgierigheid prikkelt en daarmee de wil tot leren. Dat betekent niet dat je achteruit kunt zitten en wachten tot het een keer gaat ontstaan. Nee, om dat te bereiken moet je een topprestatie leveren. Pas dan ben je in staat om kinderen aan te spreken op hun kwaliteiten. Pas dan ervaren kinderen dat er iets van hen wordt gevraagd.

Lees verder

Notie 1: Vrijeschool is niet bijzonder

Kan de vrijeschool een bijdrage leveren aan het onderwijsdebat in onze samenleving? Zeker kan zij dat! Het mag zelfs geen vraag zijn. Het is een vanzelfsprekendheid dat zij zichzelf moeten verplichten die bijdrage te leveren. Je kan geen medeverantwoordelijkheid nemen voor de pedagogische ontwikkeling van kinderen vanuit het idee dat die verantwoordelijkheid en die ontwikkeling buiten de maatschappij of het maatschappelijk debat kan staan. Toch was dit lang niet vanzelfsprekend.

Een grote vergissing
Het vrijeschool onderwijs heeft zich immers jarenlang als ‘bijzonder’ gekwalificeerd en zich daarmee op afstand van de discussie gezet. Vroeger koos men expliciet voor het bijzondere en daarmee ook voor de bijzondere positie. Men wilde zeker geen onderdeel van de gestructureerde en opgelegd gesanctioneerde maatschappij zijn. Het was een soort verbond tegen de overheid, van: ‘kijk’ wij redden ons wel zonder jullie en we doen het toch veel beter’. Dat is een grote vergissing geweest. Vrijescholen zijn er juist ongelooflijk bij geholpen als ze in het debat niet aan de zijkant, maar er gewoon middenin gaan staan. Net zoals ieder ander. Sterker: ik vind dat vrijescholen, met de geschiedenis die zij hebben, pas over het woord bijzonder mogen nadenken als ze laten zien dat ze het gangbare en gevraagde niveau
hebben.

Lees verder

Academie voor ouders

Dit initiatief werd in 2003 voorbereid. Een idee van Rudolf Mees die de plaats van ouders in opvoeding en onderwijs zag veranderen in de jaren negentig en zich afvroeg hoe de toekomst voor de ouders eruit zou zien als de eigen ontwikkeling op basis van kunde en inzicht niet meer natuurlijk zouden aansluiten met de ontwikkelingsvragen van het kind. Jan Alfrink werd door Rudolf benaderd. Jan, voorzitter van het VOK, VrijeOpvoedKunst, nam dat idee mee. jarenlang werd er niets mee gedaan. In 2002 benaderde Jan mij. Zeker niet rechtstreeks. Meer in het passeren, naast diverse andere thema’s die in overlegvormen onze aandacht vroegen.

De Academie voor Ouders is in 2006 een stichting geworden. In het eerste bestuur zaten Rudolf en Christja Mees, Babara Sakkers – Mees en ondergetekende. Jan Alfrink werd de eerste adviseur van het bestuur. De eerste doener. De organisator. Rudolf was de visionair. Bevlogen ziener van het onzichtbare.

Categorieën

Reacties

    Zaken van belang

    Zaken van belang is mijn persoonlijk mediaplatform. Hier publiceer ik mijn Noties. Gedachten en ideeën over zaken die ik, de naam zegt het al, van belang vind. En dat zijn er nogal wat. Van pedagogiek en antroposofie tot politiek. En van innovatie tot ‘het nieuwe werken’. Wilt u reageren op een van de Noties, dan kan dat natuurlijk.

    Leo Stronks.