Notie 26 Liefde (3) Tijdloze kwaliteit
De vierde dimensie is voor mij het raadsel van de liefde. Het is en blijft erg ingewikkeld. Mij helpt het enorm om de liefde de vierde dimensie te noemen. Het zit in de ruimte van de ziel. De ruimte waar geest en lichaam aan het tieren en toeren zijn. Het laat een residu achter op de ziel die naar voren kijkt. Hoewel bij mij de laatste tijd zich de gedachte ontwikkelt dat het ook naar achteren kan wijzen.
Het centrale beeld
De vierde dimensie is dus het gebied waar de ontwikkeling van de liefde, niet het liefdesleven, maar de liefde als relatie tussen mensen, in beeld wordt gebracht. Dat is een proces. De liefde ontwikkelt zich. Hoewel hier nog het nodige aan toe te voegen is, is dit wel het centrale beeld. En het interessante aan dat beeld is dat je gelukkig kan zijn juist omdat je het gewone polaire loslaat en voorbijgaat.
IJl gebied
Soms wordt je opgetild naar de werkelijke abstractie van liefde. Je kunt een vergelijking maken met het kerkelijk beeld van de verhouding tot de Heer, tot God. Maar ook in het katholieke beeld van Maria. Onbevlekt ontvangen. Dat beeld is het banale voorbij, het is er een ijl gebied waar men zich intens gelukkig voelt. Daar kan je in zijn omdat je niet polair bent. Dat noem ik vierde dimensie. Vaak wordt de tijd als vierde dimensie genoemd. Naar mijn overtuiging is dat niet aan de orde. Omdat de ziel tijdloos is, is het een tijdloze kwaliteit.
Notie 13: De waarde van verdriet 1
Heeft verdriet waarde? Bij verdriet denk je al snel aan tranen en bij tranen aan lijden. Dat lijden kan fysiek zijn, maar verdriet kan ook uit andere omstandigheden voortkomen. Het verdriet dat je hebt omdat iets niet lukt bijvoorbeeld. Of het verdriet van het idee onvolkomen te zijn in je fysieke bestaan.
Veel mensen vinden zich te dik. Die lijden daar onder. Ze hebben verdriet. Dat verdriet kan tot gevolg hebben dat zij zich krachtiger opstellen. En dat ze, als gevolg daarvan, echt minder dik worden of gewoonweg accepteren dat ze dik zijn. En alles daar tussen in. Dat is een afgeleide waarde van verdriet. Verdriet geeft dan bewustzijn, inzicht en ervaring. Dan is waarde van verdriet die van een parameter. Hoe gaat het eigenlijk met mij? En kan ik dat erkennen?
Net als vreugde, is verdriet een reflectie op iets. Op de omstandigheden waarin je verkeerd bijvoorbeeld. De hoeveelheid parate kennis die je hebt of de relatie die je bent aangegaan. Het geeft de balans aan. De emotie, het verdriet, biedt het inzicht.
Wortelen in vriendschap
Wortelen in vriendschap
Kinderen leren in onbegrensd vertrouwen en vriendschap. Die verbondenheid geldt mensen, dieren en dingen. In het onderwijs is het sociale proces van de leerling van grote betekenis. Vriendschapsthema’s zijn elke dag belangrijk. Liefdeslijnen worden aangeraakt. In deze periode worden vriendschapsbanden voor het leven gesmeed. Wat is de invloed van deze emotie op leren en ontwikkeling? Welke relatie heeft het met het opnemen van kennis? Wortelen in vriendschap.
De relatie ik, jij en wij wordt hiermee aangeraakt. Een werkgemeenschap, een schoolgemeenschap, een leefgemeenschap. De samenhang die we organiseren en beschermen om leerlingen op te voeden.
Door sociale cohesie en samenhang te verwoorden als vriendschap geven we menselijke maat aan het thema. En met de menselijke maat komt de beleving en het levende in het onderwijs centraal te staan.
Een belangrijke bijdrage wordt hiermee geleverd aan de voorwaarde voor elke maatschappelijke ontwikkeling. Inzicht op het ervaren van vriendschap. Vriendschap beleven in relatie tot je collega’s, je klasgenoten, met ouders en in relatie brengen met de ontwikkeling- en lesstof.
Het succes van de leerlingen wortelt in vriendschap.
Notie 23 De waarde van verdriet (11)
Verdriet verandert je wereld. Je bent je minder bewust van de wereld om je heen, terwijl je innerlijke wereld zich verdiept door vragen die zich onontkoombaar aan je opdringen. Dat proces wordt op verschillende niveaus beïnvloedt. Ik ga daarbij uit van lichaam, ziel en geest. Tussen die drie entiteiten is een continue beweging en interactie gaande. En met het verdriet, maar ook met liefde en geluk, komen die drie entiteiten heel intens bij elkaar. Je voelt het verdriet, je zit in dat verdriet, en het raakt aan iets essentieels in je ziel. Maar niet alleen je ziel. Ook in je lichaam en geest en in de interactie tussen die drie.
Het geweten voeden
Het intrigerende is dat het lichaam de nacht nodig heeft om te ontspannen, te regenereren. De geest daarentegen, doet in de nacht iets anders. In de ruimte van de ziel neemt hij ‘s nachts afstand en beschouwt het leven op een andere wijze. Het gevolg van die interactie is dat zowel de vragen die met het verdriet naar voren komen als het antwoord op die vragen zich verdichten. De geest beschouwt het vanuit een wereld waarin de energie zit om dingen te accepteren. Om het verdriet een plek te geven. De verhoudingen te zien. Zo stelt de geest een mens in staat om verdriet uit de zielige context te halen. Weer ruimte naar voren te geven. Ook het geweten wordt ermee gevoed. Het geeft morele energie. Klopt het wat ik doe? Zie ik de ander wel?
Dynamiek
Het verdichten van vraag en antwoord is een dynamisch proces waarin het harmonische aan alle kanten door twijfel en hartstochtelijke emoties uit evenwicht wordt gebracht. Het harmonische betekent hier dat je ontzettend graag wilt dat het voorbij is. Dat de harmonie zich herstelt. Eerdere ervaringen met verdriet zijn daarbij van belang, omdat de dynamiek tussen lichaam, ziel en geest een mens in staat stelt die ervaringen te benutten en zo het verdriet accepteren. De harmonie te herstellen. Zo heeft elke geest zijn eigen geschiedenis en zijn eigen bagage, maar ook zijn eigen beperkingen en mogelijkheden.
Notie 24 Liefde (1) Polariteit
Het is intrigerend dat we bij het definiëren van de materiële wereld vaak gebruik maken van polariteit. Van polaire begrippen als goed en slecht, goed en fout. We ontlenen dat aan de wereld zelf. Er zit bijvoorbeeld ook polariteit in de natuur. Leven en dood. Het ook nuttig en interessant om de uiterste waarden te benoemen. Zo zet je de discussie op scherp. Het bevordert het debat.
Uitkomen in het midden?
Het is opvallend dat naarmate je dieper graaft, en dichter bij de werkelijkheid van polaire waarden terechtkomt, de polariteit juist afneemt. De polariteit lijkt te worden uitgesloten. Niet in de bewuste zin van we gaan het ‘eruit halen’, maar meer in de zin van verfijning. De polariteit lost als het ware op. En daarbij is het bovendien de vraag of je langs die weg precies in het midden komt. Het hangt er van af vanuit welke dimensie je wilt kijken. En of dat midden wel of niet is te bepalen.
Harmonie in verhouding
Voor mij past polariteit en het oplossen daarvan, ook in het beeld van de ziel in een ruimte waar ook lichaam en geest zich toe verhouden. Zij verhouden zich tot die ruimte, tot de ziel en tot elkaar. In die polariteit zit iets harmonisch. Dat betekent overigens niet dat alles zich naar het midden van de ruimte beweegt. Het is niet tweedimensionaal.
De vierde dimensie
Kortom: polariteit helpt ons om goed en helder te communiceren over de materiële wereld, maar in het gevoelsgebied werkt dat zo niet. Waar in de materiele wereld de polariteit het tweedimensionale beeld oproept, creëert het in het gevoelsgebied iets anders. Het creëert een nieuwe dimensie. Dat is voor mij de vierde dimensie. En het is deze vierde dimensie die zeer interessant is bij de benadering van vraagstukken rond het ontmoeten van mensen. Je kunt die vierde dimensie namelijk ook liefde noemen.
Notie 25 Liefde (2) Ontmoeten
De vierde dimensie ontstaat uit de polariteit in de gevoelswereld en is een uiterst interessant gebied bij vraagstukken rond ontmoeten. Ontmoeten is per definitie communicatie, emotie, maar ook ervaring. En als je samen wilt leven, dan heb je een ontmoetingsplek nodig. De ruimte waarin je elkaar ontmoet. Het is en kan niet anders.
Als ik en jij wij worden
Het feit dat een mens kan voelen en ervaren is natuurlijk leuk en aardig. Maar het krijgt pas zin als het zich betrekt op een ander mens. Dan moet het polaire gevoelsgebied, de verhouding tussen ziel en geest en lichaam, een nieuwe plek zoeken. Door een midden te zoeken dat niet het midden is, maar de vierde dimensie. Want het persoonlijke krijgt pas waarde op het moment dat je het samen doet. Of zoals Erich zegt: het ik en het jij is pas werkelijk ik en jij als het wij wordt. In de vierde dimensie uit zich dus het gezamenlijke. Hier uit zich de verhouding tot elkaar. Dat kun je ook liefde noemen
Notie 27 Liefde (4) puzzel
Wat is liefde? Vroeger dacht ik, binnen het bekende romantische beeld, dat liefde inderdaad een begrip was. Van dat idee raak ik rigoureus verwijderd. Ik kom erachter dat liefde geen begrip is. Sterker, dat het als uitdrukking van de verhouding tussen mensen eigenlijk een platitude is. Een platgetreden pad, waarmee wij denken dat te begrijpen wat wij doen. Het is op zich al een hele kunst om te begrijpen wat je zelf doet. Laat staan te begrijpen wat je in een relatie met een ander doet. Dan word het helemaal ingewikkeld.
Verwarrend
Als ik kijk naar het beeld dat ik vroeger van de liefde had, dan maakt dat verdrietig. Maar als ik kijk naar het beeld van vandaag de dag, dan wordt ik er wel opgewekt van. En dat spanningsveld tussen die twee beelden, dat is verwarrend. Dus er zit een soort verwachting in. Van vroeger uit. Liefde, dat ziet er zo en zo uit. En of die verwachting nou gevormd is door mijn ouders of door mijn omgeving dat weet ik niet, wat ik wel weet is dat het beeld verandert.
Geen streep door de liefde
Waar komt dat veranderde beeld van liefde vandaan? Komt dat omdat ik teleurgesteld ben? Of omdat ik mij iets van voor heb gesteld dat niet realistisch is? Is het een soort waan? Ik kom daar nog niet helemaal achter. Maar ik kom wel tot iets anders. En dat is, dat het beeld van wat liefde is, niet verdwijnt. Het is dus absoluut niet zo dat je chagrijnig een streep zet: liefde bestaat niet. Punt. De wereld is tweedimensionaal. En de conclusie is het bestaat niet. Klaar, einde verhaal. Nee, dat is niet zo.
Geen vlucht maar hier en nu
Mijn gedachten over liefde zijn dus veranderd. Het is een soort transitie in beeldvorming. Ik heb altijd bezwaar gehad tegen het christelijke beeld waarmee ik ben opgegroeid. Tegen de grote verantwoordelijkheid die wij hebben voor ons geestelijk welzijn. Omdat het een soort vlucht is. Een vlucht in de genade van God. In iets dat niet van deze wereld is. De puzzel is, om liefde zo te herdefiniëren dat je het in het hier en nu en relatie met jezelf ervaart. Dus niet voor jezelf tot God, maar tot jezelf en in het hier en nu.
Notie 28 Liefde (5) Voor- of achteruit
Wat intrigerend is, is dat liefde voor je kinderen iets anders is dan liefde voor een gekozen mens. Man of vrouw. In je kinderen zit veel minder keuze en veel meer waarde-gedrevenheid dan in een keuze is voor een partner of een vriendschap. Daar zit een soort verantwoordelijkheid in. Daar lijk je geen keuze in te hebben. Wat ik bestrijd overigens. Maar dat woordje liefde krijgt in relatie tot je kinderen een andere kleur dan in de liefde voor je partner. Dus in de vrije ruimte is liefde van een andere kwaliteit.
Aflossen van schuld
Aan de idee dat liefde verschillende vormen kan aannemen. voeg ik nog een notie toe. Dat is de notie dat ik vrij definitief de overtuiging had dat liefde naar voren keek. Totdat ik een zinnetje tegenkwam dat zei dat liefde het aflossen van een schuld is.
Ik was blij met die zin. Ik had het nooit zelf bedacht. Ik heb altijd gedacht dat liefde naar voren gaat. Maar dit is dus liefde die naar achter gaat. Er wordt een schuld afgelost. Iets uit een verleden. En of het waar is of niet doet even niet ter zake.
Notie 29 Liefde (6) Vriendschap en verlangen
Vriendschap maakt deel uit van de vierde dimensie. Het zit op de grens van liefde en de polariteit. Vriendschap is de traditionele polariteit, het fysieke bestaan met zijn tegengestelde kwaliteiten en beelden, eigenlijk wel voorbij. In de structuur zoals ik die zie, zit vriendschap in de vierde dimensie.
Verlangen naar de zee
Vriendschap raakt het verlangen in de vierde dimensie. Het is een bron met bijzondere eigenschappen. In essentie komt het er op neer dat je vorm en inhoud wil geven aan dat verlangen. Het is als volgt: ‘Als je wil dat mensen een boot bouwen, geef ze dan geen hout, maar doe ze verlangen naar de zee’. Het verlangen is de kracht van waaruit mensen een boot bouwen. Dat is het verlangen in de vierde dimensie en het is een nagenoeg oneindige bron, de zuivere motivatie. Het echte verlangen zit zelden of nooit in de derde dimensie; in het hout. Dat is hebberigheid of egoïsme.
Het motief
Het verlangen zit als een poort tussen de derde en vierde dimensie in. Een poort, die je in staat stelt om iets te zijn of iets te doen. Het geeft de kracht, het motief om te leven. Het heeft te maken met de uniciteit van iedere ziel. Het verlangen geeft de doorkijk, op die uniciteit en op wat je te doen hebt in dit leven.
Die doorkijk, die poort kan open en dicht. Naarmate je jezelf meer bewust bent, krijg je meer zicht op die vraag. Waarbij je je moet beseffen dat uniciteit zich altijd verhoudt tot de ander. Dat er in vriendschap een balans is met de ander of anderen.
Altijd op een kier
Het verlangen en de poort kunnen overigens nooit helemaal dicht of afgesloten worden. Hoewel veel mensen dat krampachtig proberen, want het geeft naast kracht ook veel dilemma’s en strijd. Maar helemaal dicht, helemaal afgesloten van het verlangen in de vierde dimensie, dat kan bij niemand.
Notie 14: De waarde van verdriet 2
Verdriet is niet altijd het directe gevolg van iets. Uit het een volgt vanzelfsprekend het ander. Je kunt verdriet ook sturen. Je kunt invloed hebben op vorm en inhoud van je eigen verdriet. Niet in de zin van: stop het weg. Maar bijvoorbeeld in een creatief proces. In een gedicht bijvoorbeeld. Door 49 woorden te kiezen die je uit een situatie optillen. De emotie op zo’n manier te beschrijven dat het verdriet niet langer leidend is, maar juist de schoonheid van het leven wordt geraakt.
Of verdriet je overkomt of niet, we zijn niet heel erg goed in het positioneren van verdriet. Het te zien als een diepere waardering van de relatie met jezelf en je directe omgeving.
Rituelen
Het omgaan en sturen van verdriet is natuurlijk ook cultuurgebonden. Ik heb in Suriname gewoond. Daar heb ik begrafenissen meegemaakt. Op die begrafenissen ontstaan verschillende rituelen die het mogelijk maken dat deelnemers, maar ook toeschouwers, hun verdriet juist konden laten zien. Met die rituelen werd het verdriet rond de overledene (die niet meer zichtbaar, tastbaar en benaderbaar is) op een specifieke manier en op dat specifieke moment getoond. Zo kun je blijven verwijzen naar dat moment. Ook bij latere ervaringen met de dood of begrafenis. Op die manier komen ervaringen met elkaar in verbinding te staan. Ze krijgen een relatie.
Verdriet komt terug
Die begrafenissen zijn van een fantastische schoonheid. Alleen al de kleding en de rituelen daar omheen. Van hoe je je haar draagt. Met wie je bent. Welke mensen zetten het verdriet aan? Welke mensen helpen je? Welke mensen houden je tegen? Teveel om op te noemen. Dat vond ik intrigerend. Hoe je verdriet een plek gunt in het vervolg van je leven. Verdriet is ook zorgen dat je jezelf op de toekomst voorbereid. Het verdriet op de goede plaats hebben, betekent een relatieve vrijheid voor je toekomst. Op het moment dat je verdriet op een verkeerde plaats zit, beperkt dat ook je ontwikkeling in de toekomst. Dan krijg je dat verdriet weer terug in een andere vorm. Wellicht niet herkenbaar.
Notie 15: De waarde van verdriet 3
Verdriet moet je aandacht geven. Pas dan kan het een plek krijgen. Door verdriet te weinig aandacht te geven, pot het zich op. De stroom slipt dicht. Je raakt beperkt. Het wordt lomp en onbestuurbaar. Het beheerst jou in plaats van andersom. Als je verdriet daarentegen wel aandacht geeft. Wel een plek weet te geven, dan blijf je in beweging. Ook je beeld van de toekomst blijft open en dynamisch.
Acceptatie
Sommige gebeurtenissen, waarvan je eigenlijk vindt dat je die beter had moeten doen, blijf je je herinneren. Die blijven maar terugkomen. Tot het moment waarop je erkent dat je daar iets mee moet doen. Acceptatie kan daar een rol inspelen. Je geeft toe dat je iets anders had moeten of kunnen doen. Je accepteert dat je niet het juiste hebt gedaan. En in sommige gevallen is het mogelijk om dat te delen met de mensen die daar ooit bij betrokken waren. Dat geeft het een plek. Daarmee komt het tot rust.
Acceptatie wil overigens niet altijd zeggen dat je het anders had moeten doen. Het feit dat je jezelf ergens rekenschap van geeft is ook een vorm van acceptatie. Ik heb het zo gedaan. Ik had het niet anders kunnen doen. Ik geef het daarmee plek.
Notie 16: De waarde van verdriet 4
Verdriet is een vorm van weerstand. Een weerstand om het leven te beheersen en er grip op te houden. De emotie is het sturende mechanisme. Hoe groter het verdriet, de emotie, hoe groter de weerstand die je probeert te overwinnen. Of opbouwen, want je kunt weerstand ook bewust opbouwen. Het verdriet, de weerstand, helpt je ontwikkelingen een plek te geven. Het werkt als een waardevolle bumper. Het helpt gebeurtenissen te verwerken en bewust een plek te geven.
Je kunt er ook te ver in gaan. Sommigen zeggen: deze vertraging komt mij prima uit. Het Calimero-effect. Er lekker in blijven hangen, maar dan gebeurt er niks. Sterker, je raakt uit evenwicht. Je bent en komt niet in de juiste balans naar de toekomst.
Notie 17: De waarde van verdriet 5
Verdriet geeft een mooi beeld van vertraging. Dat zie je goed bij kinderen die in hun verdriet blijven. Naarmate kinderen meer gekwetst zijn, of zoals dat heet, onveilig gehecht zijn, blijft het verdriet langer hangen. Dat is een vertraging. Een vertraging om het leven te accepteren.
Primaire beperkingen
Het komt er op neer dat kinderen die onveilig gehecht zijn, moeite hebben met het doorgronden van sociale systemen. Hoe zit de wereld in elkaar? Gewoon: waarom rijdt die auto daar, en waarom moet ik daarin? Alsof de onthechting en het verdriet heel primaire beperkingen oplevert. Bij een kind dat onveilig gehecht is, ontbreekt de herkenning van vanzelfsprekende systemen. Het vertrouwen in die vanzelfsprekendheid wordt niet bevestigd door zijn of haar gedrag. Dat is de vertraging die hier wordt bedoeld. En die leidt, als het kind wat ouder is, tot het niet nemen van verantwoordelijkheid. Gewoonweg niet kunnen nemen. Want bij het nemen van die verantwoordelijkheid ervaren ze de weerstand door verdriet. Daardoor verloopt het traag.
Notie 18: De waarde van verdriet 6
Hechting van kinderen vraagt een goede bodem. Als je kijkt naar kinderen die in instituten wonen, dan zie je dat ze moeten leven met relatief afstandelijke mensen. Medewerkers die drie keer per 24 uur een dienst draaien. En daar moet dan de hechting uit ontstaan. Dat lukt gewoon niet. Als ze in die context moeten praten over hun problemen, ontstaat er geen nieuwe waarde.
Wat wel waarde genereert is een sociale veilige relatie waarin kinderen weer onderdeel worden van gezin. Een leefvorm van waaruit wordt geprobeerd die hechting te ondersteunen. In zo’n context kan het kind weer vertrouwen krijgen in zichzelf. Zo kan het vriendschapsgevoel van het kind naar zichzelf en naar zijn omgeving zich ontwikkelen.
Intrigerend fenomeen
In die nieuwe context zie je dat hele kleine dingen het gedrag een geweldige positieve impuls kunnen geven. Het kind krijgt zelfvertrouwen, gaat dingen doen, neemt initiatieven. Pas dan nemen de beperkingen waardoor het verdriet, en daarmee ook de vertraging, is ontstaan, af. Dat is een zeer intrigerend fenomeen. Het komt overigens nooit weer helemaal goed. Achteraf kun je een goede hechting nooit meer volledig realiseren. Je kunt wel tot nieuwe en betere proporties aanbrengen. Zodanig dat het zelfvertrouwen weer een plek kan krijgen.
Notie 19: De waarde van verdriet 7
Het verdriet van een kind dat zijn huiselijke situatie heeft moeten loslaten, kan zich vertalen in een specifiek mantra. Bijvoorbeeld de jarenlange herhaling dat het bij zijn moeder wil wonen. In dat beeld is eigenlijk geen verandering te brengen. Pas op het moment dat je hem bij zichzelf laat komen en laat zien dat hij, zonder die moederbinding, ook al heel veel waard is. Pas dan is er verandering mogelijk.
Het knippen, op jonge leeftijd, in dit soort veilige relaties, is zo desastreus dat het verdriet nauwelijks meer wordt ervaren als verdriet. Het wordt een kracht om te overleven. Afstand te houden. Het zorgt ervoor dat het leven behapbaar wordt. Dus daar heb je die vertraging. En dat herstelt zich niet meer. Dat heeft een onvoorstelbare werking op zo’n jong kind.
De waarde van het verdriet is in zo’n situatie simpelweg overleven. Zorgen dat er een vertraging ontstaat door het verdriet niet te positioneren. Het blijft als het ware log op je liggen. En vervolgens kijk je of er ergens toch een gaatje zit waar bij wijze van spreken het water stroomt. Zodat je dat maar kan volgen. Maar verder is voor het kind het onbestuurbaar, onbenaderbaar en onbegrijpelijk.
Notie 20: De waarde van verdriet 8
Als je als kind niet veilig in je omgeving zit. Al je niet veilig in relatie met je omgeving staat, sta je ook niet veilig ten opzichte van jezelf. Je kunt jezelf niet doorgronden. Je herkent dat proces niet. Dat geeft een gebrekkige hechting en zorgt ervoor dat je uiteindelijk in het verdriet blijft steken. En dan komt de overlevingsstrategie met de rituelen en de mantra’s. Die zorgen ervoor dat iemand in zijn beperking wordt vastgehouden. Het wordt een dwang. Het wordt leeg en krijgt een vorm van agressie. In welke zin dan ook, er is altijd agressie. Een onmachtsituatie die leidt tot agressie.
Notie 21: De waarde van verdriet 9
De oplossing, of beter de oplossingsrichting, voor het gebrek aan hechting zit in het moment waarop kinderen waardering krijgen voor hetgeen ze goed doen. Als de balans van positief en negatief wordt aangeraakt. Op het moment dat ze niet langer alleen op hun negatieve gedrag worden gewezen. Dat geeft het kind een eerste duiding van de vraag: kan ik deze persoon vertrouwen? Vaak is er wel tijdelijk vertrouwen. Een periode van een paar weken, een paar maanden soms. En dan breekt pas eigenlijk de periode van echte de vraag aan: is deze mens te vertrouwen of niet? Soms duurt het jaren. En of het leidt tot echt herstel van de hechting, wordt vaak ook pas jaren later duidelijk. Meestal kun je concluderen dat het slechts iets is opgeschoven.
Dat er aandacht is voor de positieve kant van de balans en de waardering daarvoor wil overigens niet zeggen dat het negatieve gedrag uit beeld is. Ook daar moet aandacht naar blijven uitgaan. Door het negatieve niet toe te dekken help je immers het positieve te ontwikkelen.
Notie 22 De waarde van verdriet (10)
Mensen die intens verdriet hebben, ervaren de wereld anders. Onder invloed van de grote emotie en energie van het verdriet kom je onontkoombaar voor keuzes te staan. Die keuzes dringen zich dusdanig op dat de werkelijkheid, de wereld, als het ware door een andere filter binnenkomt . Je bent je op een andere manier bewust van wat er om je heen gebeurt.
Dat andere, maar tegelijkertijd geïntensiveerde bewustzijn, werkt twee kanten op. Het werkt naar buiten en naar binnen toe, naar je innerlijke wereld. Daar dringen zich vragen op als: waar sta ik, wat doe ik, wat wil ik? Die vragen gaan volledig op in het verdriet. Dat maakt dat er diepte in komt. Het is een intens zoeken naar ruimte in spanning.
Notie 7: Vriendschap (1)
In de afgelopen periode heb ik aandacht besteed aan voorwaarden voor een goed gesprek. Wat is daar voor nodig? Wat moet je thuislaten en wat neem je mee? In deze bijdrage wil ik graag aandacht besteden aan een onderwerp dat het goede gesprek direct raakt, namelijk vriendschap.
Vertrouwen, vorming, onderwijs
Vertrouwen is de basis voor iedere vriendschap. Het is daarmee eerder een ervaring, dan een afspraak. De gevoeligheid dat je als vriend of vriendin mag vertrouwen op onbewuste patronen. In mijn beleving kun je in een goed gesprek vriendschap ervaren. Je daadwerkelijk in vrijheid kunnen uiten. Geen gedachten hebben over wat er gebeurt met je woorden want ‘het zit hoe dan ook altijd goed’.
Grenzeloos en voor altijd
In vriendschappen van kinderen zie je dat onbegrensde vertrouwen terug. Ze kunnen hun fantasie laten gaan en vertrouwen elkaar daar volledig in. Het is grenzeloos en het is voor altijd. De vriendschappen in de deze periode van het leven, kenmerken zich door een verlangen naar het herbeleven. Dat raken kinderen overigens weer kwijt op het moment dat het eigen ego zich gaat ontwikkelen. Maar er zijn jaren dat het vanzelfsprekend is. Daar valt veel van te leren. Welke houding, welke ruimte heb je als mens nodig om je in vertrouwen tot elkaar te verhouden? Vriendschap te ervaren?
Die waarde en werking van vriendschap en vertrouwen vind je ook terug binnen het onderwijs. Aan goed onderwijs gaat immers goede vorming vooraf. En aan goede vorming gaat weer vertrouwen vooraf.
Lees meer over vriendschap
Notie 8: Vriendschap (2) Onderwijs
Vriendschap (2) OnderwijsVriendschap is een interessant thema. Zo heb ik op basis van mijn ervaringen met de (eerder beschreven) ‘goede gesprekken’ en het vertrouwen dat daarbij onderling aanwezig was, een relatie gelegd tussen vriendschap en antroposofische pedagogiek. Een relatie die in mijn beleving niet alleen van belang kan zijn voor de verdere ontwikkeling van die pedagogiek, maar wellicht ook van de meerwaarde voor het Nederlands onderwijs als geheel.
Notie 9: Vriendschap (3) Ruimte voor ontwikkeling
Kinderen komen in een bepaalde fase tot het besef dat ze samen met anderen optrekken. Ze ontdekken de verschillen, maar ook dat ze niet alleen zijn. Het is het vormen van het ego en het ervaren van het ik. Dat is in het onderwijs, denk ik, heel erg onderbelicht. Vrijeschoolonderwijs heeft dat inzicht impliciet wel. Maar ook daar kan het beter.
Ruimte voor ontwikkeling
Van belang is de ruimte tussen kinderen. De ruimte tussen het kind en zijn omgeving. Noem het de ervaringsruimte. Die ruimte is de basis waarop ontwikkeling en educatie kan worden aangedragen. Het is de ruimte waarin het kind wordt uitgenodigd en uitgedaagd om te leren, nieuwsgierig te zijn.
Notie 10: Vriendschap (4) Onderwijs en harmonie
Door in het onderwijs vriendschap als uitgangspunt te nemen, neemt het onderwijs ook op een basaal niveau de houding van kinderen als uitgangspunt. Dat heeft een enorm effect op iedere ontwikkeling, sociaal en cognitief. Om misverstanden te voorkomen: het gaat niet om het harmonische kind of om een kind harmonisch moet zijn. Het gaat erom dat de omgeving past. Ook als het kind disharmonisch is. Als de omgeving daar onevenredig veel nadruk op legt wordt het kind een probleem en wordt uitsluitend de disharmonie bevestigd. Het zal al zijn energie moeten gebruiken om te bevechten dat ie er mag zijn. De cognitieve ontwikkeling krijgt geen ruimte. Het zal zich moeten richten zijn sociaal-emotionele, en in het uiterste geval, uitsluitend op zijn emotionele ontwikkeling. Dan is zelfs het sociale niet mogelijk. Is het van grote betekenis dat je goed definieert: wat heeft het kind nodig? Vriendschap, vertrouwen, ook als het niet zo harmonisch is als dat je denkt dat het zou moeten zijn.
Notie 11: Vriendschap (5) Nieuwsgierigheid
Ook in het onderwijs gaat er niets vanzelf. De suggestie van onderwijs die uitgaat van het kind dat zijn eigen normen en eigen criteria ontwerpt, werp ik van mij af. Waarom? Omdat ik denk dat het misschien een interessante theorie is, maar in de praktijk leidt het er toe dat het kind zichzelf verwart. Er zijn maar een paar kinderen die dat echt kunnen. Het zijn de uitzonderingen. Wil een kind tot ontwikkeling komen dan moet daar aan gewerkt worden.
Notie 12: Vriendschap (6) Geen oordeel is een voorwaarde
Daar waar misschien drang en dwang, toets en test, vandaag de dag de norm zijn zou je goede schoolprestaties ook op een meer ontspannen en mensvriendelijke manier kunnen bereiken. Door een modus te vinden waarin vriendschap en vertrouwen de nieuwsgierigheid prikkelt en daarmee de wil tot leren. Dat betekent niet dat je achteruit kunt zitten en wachten tot het een keer gaat ontstaan. Nee, om dat te bereiken moet je een topprestatie leveren. Pas dan ben je in staat om kinderen aan te spreken op hun kwaliteiten. Pas dan ervaren kinderen dat er iets van hen wordt gevraagd.
Notie 2: Een goed gesprek (1) Het belang van doelloosheid
In de afgelopen jaren heb ik mij samen met anderen, verdiept in wat ik noem: een goed gesprek. Hoe creëer je de meest optimale omstandigheden voor het voeren van een gesprek? Wat vraagt dat van de deelnemers aan het gesprek? Als groep of individueel? Wat is de houding en de verhouding? Het heeft een aantal mooie inzichten opgeleverd.
Hier en nu
In mijn opvatting is het voor een goed gesprek in de eerste plaats van belang dat je probeert om in het moment te zijn. In het hier en nu. Bovendien heb je bij een goed gesprek geen agenda. De deelnemers in de ‘goede gesprekken’, die ik tot nu toe heb gevoerd, benoemden wel een gemeenschappelijk uitgangspunt. Dat kon de vrijeschool zijn, maar ook de kinderopvang bijvoorbeeld. Eigenlijk was het niet meer dan de aanleiding om bij elkaar te zijn. Het gaf de gemeenschappelijkheid aan. Mijn ervaring was dat de deelnemers in eerste instantie moeite hadden met het idee dat het gesprek geen vast omschreven doel had. Dat was wennen. Waar moest het dan toe leiden? Uiteindelijk bleek het juist een van de succesfactoren.
Laten gebeuren wat er gebeurt
Mijn rol bij deze bijeenkomsten was die van gespreksleider. Dat hield overigens niet veel meer in dan dat ik probeerde om iedereen in het hier en nu, in het moment, te houden. Gewoon te laten gebeuren wat er gebeurt. En dan blijkt iets moois te ontstaan. Dan blijkt dat alle deelnemers daadwerkelijk een waardevolle bijdrage leveren aan het gesprek. Achteraf zeiden ze allemaal: ‘het was heel inspirerend’.
Waarom? Ik denk omdat met het loslaten van een vooropgezet doel, ook de opsmuk verdwijnt. Er is wel een doel, maar door in het moment te blijven, vanuit een ruststand het gesprek te voeren, ontstaat er een onbewuste doelmatigheid. Met als gevolg dat we echt met elkaar in contact komen, echt in gesprek komen. De doelmatigheid neemt daardoor enorm toe, omdat het vabnuit de persoonlijke zelfstandigheid en eigen kwaliteit aanhaakt. Een interessante polaire werking.
Lees meer over een goed gesprek
Notie 3: Een goed gesprek (2) Het belang van tijd
De beschrijving van een goed gesprek is ook de beschrijving van een bepaald spanningsveld. Het spanningsveld van het moment. Van het hier en nu. Om preciezer te zijn: voor het ‘in het moment zijn’. Het probleem is dat daar vandaag de dag eigenlijk geen ruimte meer voor is. We worden allemaal continue opgejut. Onder druk gezet. Dan is er eigenlijk geen goed gesprek meer mogelijk.
Notie 4: Een goed gesprek (3) Het belang van consensus
Er zijn nog een aantal noties rond een goed gesprek die ik het vermelden waard vind. De eerste is het belang van consensus. Met enige regelmaat wordt de vraag gesteld: zijn we het eens met wat we nu besproken hebben? Iemand vat het samen en zoekt consensus over de inhoud. Aan de ene kant haalt het zoeken naar overeenstemming het tempo uit een gesprek, wat overigens ook goed is, want je blijft beter in het moment. Aan de andere kant houdt het deelnemers bij elkaar. Op de inhoud en in het proces. Net als in een Socratische dialoog ervaart iedere deelnemer opnieuw betrokkenheid.
Notie 5: Een goed gesprek (4) het belang van wel of niet willen
Naast het weglaten van een gespecificeerd doel of het zoeken naar consensus, is er nog iets dat een bijdrage levert aan een goed gesprek. namelijk van het willen. Wil een deelnemer echt deelnemen aan het gesprek? Vaak merk je dat iemand iets uitspreekt, maar dat zijn of haar lichaamstaal het tegenovergestelde zegt. Daar moet je aandacht besteden. Het ‘willen’ beïnvloedt het onbewust doelmatige in een gesprek. Het zet dit als het ware uit. Met als gevolg dat het de mogelijkheid tot echt contact verbreekt.
Notie 6: Een goed gesprek (5) het belang van vertrouwen
Als (voorlopige) afronding op het onderwerp ‘een goed gesprek’ nog een enkel woord over vertrouwen en veiligheid. Beiden zijn vanzelfsprekend voorwaardelijk. De zorg voor veiligheid moet een gedeelde zorg zijn. De veiligheid om vrijuit te spreken, dat je niet gegrepen, maar begrepen wordt. Het zijn essentiële voorwaarden.
Vertrouwen heeft binnen de context van een goed gesprek zoals ik dat voorsta nog een bijzonder effect. namelijk dat van gedeeld leiderschap. Deelnemers vertrouwen het leiderschap van elkaar en aan elkaar. Hoe werkt dat leiderschap? Als jij als deelnemer nu in het gesprek stapt, je bijdrage levert, neem jij het leiderschap. Dus het leiderschap zit dus niet in een persoon, laat staan de functie, maar het is een werkingskracht in het gesprek. En als je dat kan laten zien…
Notie 1: Vrijeschool is niet bijzonder
Kan de vrijeschool een bijdrage leveren aan het onderwijsdebat in onze samenleving? Zeker kan zij dat! Het mag zelfs geen vraag zijn. Het is een vanzelfsprekendheid dat zij zichzelf moeten verplichten die bijdrage te leveren. Je kan geen medeverantwoordelijkheid nemen voor de pedagogische ontwikkeling van kinderen vanuit het idee dat die verantwoordelijkheid en die ontwikkeling buiten de maatschappij of het maatschappelijk debat kan staan. Toch was dit lang niet vanzelfsprekend.
Een grote vergissing
Het vrijeschool onderwijs heeft zich immers jarenlang als ‘bijzonder’ gekwalificeerd en zich daarmee op afstand van de discussie gezet. Vroeger koos men expliciet voor het bijzondere en daarmee ook voor de bijzondere positie. Men wilde zeker geen onderdeel van de gestructureerde en opgelegd gesanctioneerde maatschappij zijn. Het was een soort verbond tegen de overheid, van: ‘kijk’ wij redden ons wel zonder jullie en we doen het toch veel beter’. Dat is een grote vergissing geweest. Vrijescholen zijn er juist ongelooflijk bij geholpen als ze in het debat niet aan de zijkant, maar er gewoon middenin gaan staan. Net zoals ieder ander. Sterker: ik vind dat vrijescholen, met de geschiedenis die zij hebben, pas over het woord bijzonder mogen nadenken als ze laten zien dat ze het gangbare en gevraagde niveau
hebben.
Pentagondodecaëder
De vormen die zichtbaar zijn in de website zijn afgeleid van het profiel van een pentagondodecaëder. Een intrigerende vorm. Bedoeld als een raadsel in de astronomie. Een wijzer op de tijd, beïnvloedend het zaai moment van de gewassen in de oudheid.
Het is een wijzing van mij naar de invloed van onbewuste processen en beïnvloeding in het dagelijks leven. Het is ook een ruimtelijke vorm. De vorm is gekozen vanwege de sociale ruimte die een ruimte vraagt. De sociale ruimte is een ruimte waar mensen elkaar willen ontmoeten. Het is een overdrachtelijk beeld van elkaar ruimte geven en wijst niet naar een ruimte als een kamer of een plaats. Het is elkaar de ruimte geven, te mogen spreken, te ervaren en te zijn.
De sociale ruimte is een belangrijk thema in de filosofie. Denkers en filosofen als Levinas, Buber spreken over de individu als bepaler van de ruimte tussen twee of meer mensen. Daar valt meer over te zeggen. Hier volstaat even deze tekst. Ik kom daar op terug.
Opvallend is de plaats die de menselijke geest heeft in deze benadering. Enige terughoudenheid is gepast. Wat is geest? Bijbels beoordeeld, met als ultieme vorm een heilige geest? Of de boedistische geest, die in dezelfde drie-eenheid van lichaam ziel en geest, op weg gaat naar een unieke onthechting door concentratie vanuit het lichamelijk onthechtingsprincipe. Nee, het is meer een benoeming van de zoektocht naar de plaats van het niet aanwijsbare onbekende.
een beeldmerk waarin een opvatting!
Academie voor ouders
Dit initiatief werd in 2003 voorbereid. Een idee van Rudolf Mees die de plaats van ouders in opvoeding en onderwijs zag veranderen in de jaren negentig en zich afvroeg hoe de toekomst voor de ouders eruit zou zien als de eigen ontwikkeling op basis van kunde en inzicht niet meer natuurlijk zouden aansluiten met de ontwikkelingsvragen van het kind. Jan Alfrink werd door Rudolf benaderd. Jan, voorzitter van het VOK, VrijeOpvoedKunst, nam dat idee mee. jarenlang werd er niets mee gedaan. In 2002 benaderde Jan mij. Zeker niet rechtstreeks. Meer in het passeren, naast diverse andere thema’s die in overlegvormen onze aandacht vroegen.
De Academie voor Ouders is in 2006 een stichting geworden. In het eerste bestuur zaten Rudolf en Christja Mees, Babara Sakkers – Mees en ondergetekende. Jan Alfrink werd de eerste adviseur van het bestuur. De eerste doener. De organisator. Rudolf was de visionair. Bevlogen ziener van het onzichtbare.
Gesprek met mevr. Ehrlich
Deel 1/2
Deel 2/2
Gesprek met dhr. Mees
Deel 1/3
Deel 2/3
Deel 3/3
PVDA
Gisteravond in Doetinchem het debat bijgewoond van de vijf kandidaat lijsttrekkers PvdA. Een (afgeladen)volle zaal, 500 mensen kwamen er op af. Goed ingeleid door wethouder Otwin van Dijk en begeleid door interviewster Wouke van Scherrenberg. Otwin en Wouke legden zo mogelijk het vuur aan de schenen van de kandidaten. Daar ging de een beter mee om dan de ander. Alleen Samson houdt zich niet zo aan de ‘regels’. Hij is een bevlogen debatter met oog voor emotie en inhoud. Interessant is de vraag die als laatste werd gesteld. waarom bent U de juiste leider. Qua vorm reageerde van Dam het beste. Probeerde met visie naar voren te kijken en zich te realiseren dat de uitkomst van samen optrekken, zoals Lutz naar voren bracht, niet vanuit woorden alleen kan komen. Plasterk is een impliciete spreker. Een goede kandidaat, ongetwijfeld, maar een adremme leider? De leiderschapsvraag is ook hier ingewikkeld. Je moet je zo breed kunnen inzetten, zoveel kennis hebben, dat de beeldvorming niet afgeleid wordt door onzekerheden. De les over Cohen zou moeten zijn, dat je meteen in het centrum moet kunnen staan. Ondanks dat Lutz ontwapenend is, is zij niet de kandidaat die dit kan bereiken. Albayrak is feitelijk te fatsoenlijk, heeft teveel geleerd af te wachten. Zij zal het niet redden omdat ze op de een of andere manier kwetsbaar lijkt. Markant dat ik haar voor de televisie groter achtte dan de werkelijkheid. Ik ben dus niet overtuigd, maar kies voor Samson, omdat hij liet zien dat hij een soort straatvechtertje is. Daar is de partij wel aan toe. Als hij eens begint om een robbertje te vechten met Spekman. Het zal spannen wie het juiste leiderschap laat zien.
Reacties